Toos Hofstede:
“Je moet stoppen om jezelf de juiste vragen te kunnen stellen”
Interview
14.10.2025
Door: Monique Evers / Dagblad De Limburger
MAASTRICHT - Al twaalf jaar runt ze een prachtig bedrijf. Door het succes ontgroeide ondernemer Toos Hofstede (43) uit Maastricht langzaam het bedrijf en zichzelf. Ze besloot een camper te huren, zette alle nieuwsapps uit en reisde drie maanden lang met haar man Luc en zoon Joep door de natuur in Europa.
Ze droomde er al een tijdje over. Als we nu eens echt weggaan, een tweede leven beginnen op een heel andere plek. In de natuur en voor een groot deel zelfvoorzienend. Een beetje terug naar de basis. We zijn onderdeel van het grotere geheel. Dat voelt Toos Hofstede heel sterk.
Samen met haar man Luc Wassen runt ze Viastory, een succesvol communicatieadviesbureau. Bij de start, twaalf jaar geleden, had ze nooit de ambitie om echt te groeien. „Maar dat gebeurde wel. We zijn mensen gaan aannemen, waardoor er nog meer klanten kwamen. Het was een geweldige tijd met prachtige projecten en succesvolle campagnes. Na negen jaar nam de afstand tussen onszelf en de klant toe en waren we te veel tijd kwijt aan het managen van het team dat inmiddels uit veertien mensen bestond. Luc en ik praatten alleen nog maar over het bedrijf. Dag en nacht.”
Afgeslankt
Anderhalf jaar lang onderzochten ze, met hulp van strategen, hoe het verder moest. Groter groeien, een andere opzet of misschien een overname. „Als bedrijfskundige heb ik hierover alle boeken in de kast staan. Ik weet heel goed hoe het moet. Ik help nota bene klanten met groeien, maar wij hadden de grenzen van onze groei bereikt. We wilden niet een nog grotere afstand tot onze klanten. We keken elkaar aan en zeiden: we gaan kleiner groeien. Dat was misschien wel ons moedigste besluit van de afgelopen jaren. Heel emotioneel en uiteindelijk ook heel rationeel. Je moet afscheid nemen van medewerkers.”
Eenmaal afgeslankt vergat het stel één ding: op de pauzeknop drukken. „We gingen gewoon door en stonden niet stil bij de vraag ‘en wij dan?’. Je moet eigenlijk helemaal tot stilstand komen, even herbezinnen. Je moet stoppen om jezelf de juiste vragen te kunnen stellen.”
Huiswerk
Dat kon maar op één manier. Gewoon vertrekken. Toos stelde een jaar voor, maar dat vond Luc te lang. Drie maanden bleek een goed compromis. Ze huurden een camper, haalden zoon Joep (10) met een berg huiswerk van school, pakten hun spullen en 35 boeken in en reden naar Zuid-Duitsland. Daarna volgden nog Oostenrijk, Aosta, Piemonte, „de bakermat van slow food”, Abruzzo en Puglia in Italië, Griekenland, Albanië, Montenegro, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Slovenië, weer Oostenrijk en Zweden.
Op een bezoek aan het voetbalstadion van Juventus en de Sixtijnse kapel in Rome (wensen van Joep) na, waren ze vooral in de natuur. Ze ontdekten dat het nog bestaat. „De ongerepte natuur met immense bergen en kraakheldere meren. En mensen die zich daarvoor inzetten. Jong en oud. Ze snappen dat je moet koesteren wat je hebt. Dat de natuur ons veel geeft, maar ook onze zorg nodig heeft. En dat je daar zelf ook een verantwoordelijkheid in hebt.”
Na twee, drie weken was de stress uit hun lijf. Al stak haar goede vriend, zoals Toos adrenaline noemt, af en toe de kop nog op. „Dat is begonnen op mijn achttiende toen ik voor het eerst moeder werd. Ik had de zorg voor Manisha en moest nog gaan studeren. Ik wilde er wat van maken. Dat kon alleen maar door een strakke structuur en de nodige adrenaline.” Ze studeerde af met twee diploma’s, bedrijfskunde en communicatiewetenschappen, en verhuisde daarna van Twente naar Zuid-Limburg waar ze het gezicht werd van de Gulpener bierbrouwerij. Manisha bracht ze, tot ze tien jaar later Luc ontmoette, in haar eentje groot.
Van die adrenaline probeerde ze dus op reis afscheid te nemen. Af en toe was daar toch weer dat stemmetje. „Kom Toos, nu moeten we weer wat gaan doen. Haal het maximale uit je dag. Je zou toch nog een boek schrijven? Hoe staat het met de Maas Cleanup?” Maar over het algemeen voelt ze zich heerlijk.
Frisse lucht
Eenmaal thuis wil ze dat gevoel vasthouden door veel naar buiten te gaan, de natuur in, naar de frisse lucht. De nieuwe auto is verkocht, er kwamen twee elektrische fietsen voor in de plaats. Ze rijden alleen nog met de oude auto of nemen het openbaar vervoer. „95 procent van de tijd stappen we op de fiets. Ook naar klanten. Of ik nu naar Elsloo of naar Gulpen moet. Onderweg maak ik mijn hoofd leeg of orden ik het gesprek. Als ik dan weer achter mijn beeldscherm zit, heb ik alles zo op een rijtje.”
“We werden heel hecht, hadden goede gesprekken en hielden goed rekening met elkaar. Je wordt er, denk ik, ook liever van”
De reis bracht haar ook het inzicht hoe belangrijk aandacht voor elkaar is. „We zaten 105 dagen in de camper op 15 vierkante meter. Dat is klein. En daarin gebeurt van alles want het is niet altijd mooi weer, Joep moest zijn schoolwerk doen, soms moest ik even werken, Luc ging door zijn rug, je bent wel eens chagrijnig en dan moet er ook nog gekookt worden. We werden heel hecht, hadden goede gesprekken en hielden goed rekening met elkaar. Je wordt er, denk ik, ook liever van.”
Armer
Toos Hofstede merkt ook dat ze uiteindelijk weinig nodig heeft om gelukkig te zijn. „Luxe zorgt voor een armer leven. Je koopt een groter huis, met een grotere hypotheek en een mooie auto. Daarvoor moet je nog meer gaan werken waardoor je verder af komt te staan van het leven zelf, van je gezin, je familie, je vrienden, je vrije tijd. Wij gaan wel proberen daar uit te stappen.”
Dus gaat Joep naar een vrije school waar hoofd, hart en handen even belangrijk zijn. Luc en zij fietsen naar Gedeelde Weelde, de coöperatieve biologische supermarkt in hartje stad of kopen hun groenten en fruit bij lokale boeren. Bij de Albert Heijn om de hoek zul je ze niet meer zien. „Soms best een opgave hoor, maar als je echt anders wil leven, moet je concessies doen.”
Het viel best tegen om begin augustus weer thuis te zijn. Want hoe hou je die aandacht voor elkaar vast? „Door samen te ontbijten, hier aan tafel. Na het avondeten gaan we altijd nog even de natuur in. Door de week zit ’s avonds niemand meer naar een scherm te kijken, maar lezen we, praten met elkaar of doen we een spelletje. Dat is echt heerlijk.”
Moestuin
Hofstede kijkt ook kritischer naar haar spullen. Ze koopt geen nieuwe kleding meer. „Er is echt genoeg. Het is allemaal al gemaakt. Ja, het hele gezin doet mee. Dit huis is veel te groot voor ons drieën. Manisha die in Wageningen studeert, kan geen woning vinden en dan zeur ik over dit huis. Daar worstel ik wel mee. Het liefst wil ik kleiner wonen, ergens in de natuur met een moestuin, en ons bedrijf met gastenverblijven erbij. Dan kunnen we wandelen met onze klanten. Dat is veel inspirerender dan een Zoommeeting van een uur. De lezers denken nu vast, oh ze gaat bomen knuffelen, wat een geitenwollensokkengedoe, ha,ha. Dat is niet mijn bedoeling, maar ik weet inmiddels wel dat alles start in de natuur, ook een nieuwe bedrijfsstrategie.”
De reis heeft de puzzelstukjes op hun plek gelegd. „Wij zijn niet compleet nieuwe mensen geworden, we hebben wel onszelf beter leren kennen. Of er weer zo’n reis komt? Ik zei gisteren nog tegen Luc: ‘Gaan we er op bepaalde momenten weer even tussenuit om te helen of gaan we ervoor zorgen dat we niet meer ziek worden?’”
“Wij zijn niet compleet nieuwe mensen geworden, we hebben wel onszelf beter leren kennen”
Samen met haar man Luc Wassen runt ze Viastory, een succesvol communicatieadviesbureau. Bij de start, twaalf jaar geleden, had ze nooit de ambitie om echt te groeien. „Maar dat gebeurde wel. We zijn mensen gaan aannemen, waardoor er nog meer klanten kwamen. Het was een geweldige tijd met prachtige projecten en succesvolle campagnes. Na negen jaar nam de afstand tussen onszelf en de klant toe en waren we te veel tijd kwijt aan het managen van het team dat inmiddels uit veertien mensen bestond. Luc en ik praatten alleen nog maar over het bedrijf. Dag en nacht.”
Afgeslankt
Anderhalf jaar lang onderzochten ze, met hulp van strategen, hoe het verder moest. Groter groeien, een andere opzet of misschien een overname. „Als bedrijfskundige heb ik hierover alle boeken in de kast staan. Ik weet heel goed hoe het moet. Ik help nota bene klanten met groeien, maar wij hadden de grenzen van onze groei bereikt. We wilden niet een nog grotere afstand tot onze klanten. We keken elkaar aan en zeiden: we gaan kleiner groeien. Dat was misschien wel ons moedigste besluit van de afgelopen jaren. Heel emotioneel en uiteindelijk ook heel rationeel. Je moet afscheid nemen van medewerkers.”
Eenmaal afgeslankt vergat het stel één ding: op de pauzeknop drukken. „We gingen gewoon door en stonden niet stil bij de vraag ‘en wij dan?’. Je moet eigenlijk helemaal tot stilstand komen, even herbezinnen. Je moet stoppen om jezelf de juiste vragen te kunnen stellen.”
Huiswerk
Dat kon maar op één manier. Gewoon vertrekken. Toos stelde een jaar voor, maar dat vond Luc te lang. Drie maanden bleek een goed compromis. Ze huurden een camper, haalden zoon Joep (10) met een berg huiswerk van school, pakten hun spullen en 35 boeken in en reden naar Zuid-Duitsland. Daarna volgden nog Oostenrijk, Aosta, Piemonte, „de bakermat van slow food”, Abruzzo en Puglia in Italië, Griekenland, Albanië, Montenegro, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Slovenië, weer Oostenrijk en Zweden.
Op een bezoek aan het voetbalstadion van Juventus en de Sixtijnse kapel in Rome (wensen van Joep) na, waren ze vooral in de natuur. Ze ontdekten dat het nog bestaat. „De ongerepte natuur met immense bergen en kraakheldere meren. En mensen die zich daarvoor inzetten. Jong en oud. Ze snappen dat je moet koesteren wat je hebt. Dat de natuur ons veel geeft, maar ook onze zorg nodig heeft. En dat je daar zelf ook een verantwoordelijkheid in hebt.”
Na twee, drie weken was de stress uit hun lijf. Al stak haar goede vriend, zoals Toos adrenaline noemt, af en toe de kop nog op. „Dat is begonnen op mijn achttiende toen ik voor het eerst moeder werd. Ik had de zorg voor Manisha en moest nog gaan studeren. Ik wilde er wat van maken. Dat kon alleen maar door een strakke structuur en de nodige adrenaline.” Ze studeerde af met twee diploma’s, bedrijfskunde en communicatiewetenschappen, en verhuisde daarna van Twente naar Zuid-Limburg waar ze het gezicht werd van de Gulpener bierbrouwerij. Manisha bracht ze, tot ze tien jaar later Luc ontmoette, in haar eentje groot.
Van die adrenaline probeerde ze dus op reis afscheid te nemen. Af en toe was daar toch weer dat stemmetje. „Kom Toos, nu moeten we weer wat gaan doen. Haal het maximale uit je dag. Je zou toch nog een boek schrijven? Hoe staat het met de Maas Cleanup?” Maar over het algemeen voelt ze zich heerlijk.
Frisse lucht
Eenmaal thuis wil ze dat gevoel vasthouden door veel naar buiten te gaan, de natuur in, naar de frisse lucht. De nieuwe auto is verkocht, er kwamen twee elektrische fietsen voor in de plaats. Ze rijden alleen nog met de oude auto of nemen het openbaar vervoer. „95 procent van de tijd stappen we op de fiets. Ook naar klanten. Of ik nu naar Elsloo of naar Gulpen moet. Onderweg maak ik mijn hoofd leeg of orden ik het gesprek. Als ik dan weer achter mijn beeldscherm zit, heb ik alles zo op een rijtje.”
“We werden heel hecht, hadden goede gesprekken en hielden goed rekening met elkaar. Je wordt er, denk ik, ook liever van”
- Toos Hofstede
De reis bracht haar ook het inzicht hoe belangrijk aandacht voor elkaar is. „We zaten 105 dagen in de camper op 15 vierkante meter. Dat is klein. En daarin gebeurt van alles want het is niet altijd mooi weer, Joep moest zijn schoolwerk doen, soms moest ik even werken, Luc ging door zijn rug, je bent wel eens chagrijnig en dan moet er ook nog gekookt worden. We werden heel hecht, hadden goede gesprekken en hielden goed rekening met elkaar. Je wordt er, denk ik, ook liever van.”
Armer
Toos Hofstede merkt ook dat ze uiteindelijk weinig nodig heeft om gelukkig te zijn. „Luxe zorgt voor een armer leven. Je koopt een groter huis, met een grotere hypotheek en een mooie auto. Daarvoor moet je nog meer gaan werken waardoor je verder af komt te staan van het leven zelf, van je gezin, je familie, je vrienden, je vrije tijd. Wij gaan wel proberen daar uit te stappen.”
Dus gaat Joep naar een vrije school waar hoofd, hart en handen even belangrijk zijn. Luc en zij fietsen naar Gedeelde Weelde, de coöperatieve biologische supermarkt in hartje stad of kopen hun groenten en fruit bij lokale boeren. Bij de Albert Heijn om de hoek zul je ze niet meer zien. „Soms best een opgave hoor, maar als je echt anders wil leven, moet je concessies doen.”
Het viel best tegen om begin augustus weer thuis te zijn. Want hoe hou je die aandacht voor elkaar vast? „Door samen te ontbijten, hier aan tafel. Na het avondeten gaan we altijd nog even de natuur in. Door de week zit ’s avonds niemand meer naar een scherm te kijken, maar lezen we, praten met elkaar of doen we een spelletje. Dat is echt heerlijk.”
Moestuin
Hofstede kijkt ook kritischer naar haar spullen. Ze koopt geen nieuwe kleding meer. „Er is echt genoeg. Het is allemaal al gemaakt. Ja, het hele gezin doet mee. Dit huis is veel te groot voor ons drieën. Manisha die in Wageningen studeert, kan geen woning vinden en dan zeur ik over dit huis. Daar worstel ik wel mee. Het liefst wil ik kleiner wonen, ergens in de natuur met een moestuin, en ons bedrijf met gastenverblijven erbij. Dan kunnen we wandelen met onze klanten. Dat is veel inspirerender dan een Zoommeeting van een uur. De lezers denken nu vast, oh ze gaat bomen knuffelen, wat een geitenwollensokkengedoe, ha,ha. Dat is niet mijn bedoeling, maar ik weet inmiddels wel dat alles start in de natuur, ook een nieuwe bedrijfsstrategie.”
De reis heeft de puzzelstukjes op hun plek gelegd. „Wij zijn niet compleet nieuwe mensen geworden, we hebben wel onszelf beter leren kennen. Of er weer zo’n reis komt? Ik zei gisteren nog tegen Luc: ‘Gaan we er op bepaalde momenten weer even tussenuit om te helen of gaan we ervoor zorgen dat we niet meer ziek worden?’”